Even ter herinnering, wij gaan er hier van uit dat het dualisme niet bestaat. Met andere woorden, dat lichaam ‘en geest’ in feite enkel uit materie en zijn biochemische reacties bestaat. Er is geen geest, ziel of andere entiteit, die los van het lichaam bestaat, laat staan ons bestuurt. Rationeel weten veel mensen dit wel, maar zo voelen we het niet. Pas als je hier goed (en vaker) over nadenkt, ga je beseffen wat dit betekent. Dit betekent in feite dat er geen bestuurder is. We zijn niet de bestuurder van ons brein [terzijde1] maar we zíjn ons brein. Bewustzijn doet daar niets aan af. Wij zijn een ongelofelijk ingewikkeld machientje met een onvoorstelbaar ingewikkelde hardware-software. Dit machientje is zo complex en bijzonder dat het van zichzelf weet dat het bestaat, dat is eigenlijk niet te bevatten. Maar feit blijft dat het geen bestuurder heeft die los van zijn eigen machinerie opereert. Ons bewustzijn en de mate van bewustzijn is onderdeel van die machine, niet de bestuurder daarvan. Het nu volgende klinkt zo simpel dat je zo’n ingewikkeld onderwerp daar gevoelsmatig niet mee af lijkt te kunnen doen. Maar dit machientje heeft zichzelf niet gemaakt. Veel mensen zullen zeggen, dat klopt maar!...maar we hebben wel invloed op hoe dat machientje zich door zijn omgeving laat veranderen, en zo bestaat er dus toch vrije wil. Nee, ook dat niet en dat ga ik uitleggen.
Laten we iemands leven eens opdelen in een aantal momenten. Steeds gaan we dan bekijken of iemand zelf verantwoordelijk is voor de staat van zijn machinerie en daarmee dus voor de daden die hij verricht:
A) Direct na de geboorte van een lichaam. Op dat theoretische tijdstip moge het duidelijk zijn dat het lichaam er niets aan kan doen dat het is zoals het is en doet wat het doet. Het heeft zichzelf immers niet gemaakt. Alles wat hieraan vooraf is gegaan (tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder) ligt buiten de invloedsfeer van het lichaam zelf. Van niets van wat het lichaam doet, kun je het ´de schuld geven´. Als het direct na de geboorte, haar moeder in het gezicht zou meppen, kan het daar niets aan doen. Het heeft zichzelf immers niet gemaakt. Het is gewoon zo van de productieband gerold. Dit is voor iedereen nog wel duidelijk.
B) Één uur na de geboorte van het lichaam: Direct vanaf de geboorte worden er omgevingsinvloeden (voeding, geluiden, pratende mensen enz.) op het lichaam ‘afgevuurd’. Deze omgevingsinvloeden zorgen voor geleidelijke veranderingen in het pasgeboren lichaam (met name in het brein). Zo zullen er ten gevolge daarvan wellicht al snel nieuwe circuits in de hersenen gevormd worden waardoor lichaam B in feite al niet meer lichaam A is. De exacte staat (en daarmee de keuzes) van lichaam B kan nu enkel afhangen van:
1) De staat die lichaam A had. Die staat bepaalt immers hoe het zal wisselwerken met de omgevingsfactoren in de periode tussen A en B.
2) Welke omgevingsfactoren er tussen tijdstip A en B op losgelaten worden.
M.a.w, de staat van lichaam B is enkel beïnvloed door het uitgangspunt (aangeboren lichaam A) en de omgevingsinvloeden in het eerste uur. De omgevingsfactoren sleutelen als het ware geleidelijk aan het lichaam zonder dat het lichaam daar iets aan kan doen. Het ene lichaam zal zich wellicht anders laten versleutelen door exact dezelfde omgevingsfactoren als het andere lichaam. Maar aangezien het lichaam zichzelf en zijn omgevingsfactoren niet gemaakt heeft, kan het daar niets aan doen. Het moge duidelijk zijn dat ook lichaam B nooit ´de schuld mag krijgen´ van hoe hij/zij tot op dat moment is geworden of van zijn/haar daden.
C) Één minuut na B. De exacte staat (en daden) van lichaam C hangen enkel af van;
1) De staat die lichaam B had. Die staat bepaalt immers hoe het zal wisselwerken met de omgevingsfactoren in deze minuut tussen B en C.
2) Welke omgevingsfactoren er in die éne minuut weer op los gelaten worden.
Bij B konden we het lichaam nog nergens de schuld van geven hadeen we daar vastgesteld. Het is dit lichaam daarom ook niet aan te rekenen hoe het die volgende minuut met nieuwe omgevingsinvloeden om zal gaan en welke veranderingen dit in het lichaam ´te weeg laat brengen´. Zowel machientje A, als machientje B alsook machientje C zijn dus nooit iets aan te rekenen.
D) 10 jaar na de geboorte van het lichaam. Inmiddels zijn er vele minuten zoals die minuut tussen B en C geweest. Iedere seconde is het lichaam (en hersenen) gegroeid en beïnvloed door omgevingsinvloeden. Hoe het lichaam zich door omgevingsfactoren liet beïnvloeden in die vele minuten hing steeds af van de precieze staat van het lichaam (vooral van het brein natuurlijk) in de seconde ervoor. En dat hing weer enkel af van aangeboren lichaam en alle externe invloeden daarvoor, terug te voeren tot situatie A. In die 10 jaar van vele minuten groei en invloeden zijn onze hersenen dusdanig ontwikkeld dat er duidelijk een vorm van bewustzijn, intelligentie en zelfs al zaken als een karakter ontstaan zijn.
Dit bewustzijn, intelligentie en ons karakter bestaat o.a. uit zeer complexe elektronische circuits in onze hersenen [terzijde1]. Egaal hoe dan ook precies, wij gaan uit van ´het non-dualisme´ waarbij het niet anders kan, als dat ook ons bewustzijn, ons karakter e.d. volledig zijn terug te voeren tot de exacte staat van (en verbindingen tussen) het fysieke materiaal waaruit we bestaan (elementaire deeltjes, atomen, moleculen, cellen en de daar uit voortvloeiende elektronica). In situatie C is het voor iedereen nog overduidelijk dat een lichaam geen schuld aan te rekenen is. Dit voelen we instinctief gewoon zo aan. Evolutie heeft onze lichamen zodanig voorgeprogrammeerd, dat wij een baby onschuldig vinden, anders zouden veel baby´s het wellicht niet overleven (want ze zijn me toch een partij irritant...) en dat is zeker niet wat evolutie wil. Bij D wordt het al anders en gaan we er heel langzaamaan anders tegenaan kijken. Zodra een organisme een persoon ´met wat meer bewustzijn´ begint te worden, begint dat te veranderen. We hebben dan niet meer instinctief in de gaten dat zijn hele bewustzijn en karakter nog steeds niets anders zijn als het product van aangeboren lichaam en omgevingsfactoren. Dan beginnen we er een vrije wil in te zien...
Als ik mensen probeer uit te leggen dat wij het product van aangeboren lichaam en omgevingsfactoren zijn, krijg ik vaak het volgende tegenargument te horen: Ik kan toch zeker zelf bepalen of ik me door een omgevingsfactor laat beïnvloeden?! Laten we dit nog eens aan de hand van een concreet voorbeeld bekijken. Stel, iemand biedt jou een sigaret aan, dat is een omgevingsfactor. Jij moet bepalen of je deze aanneemt. Wie of vooral wat maakt die keuze dan?
Jouw lichaam maakt die keuze, of om het makkelijker te maken, de 1,4 kg hersenblubber in jouw hoofd maakt die keuze [terzijde1]. Dus de exacte staat van die 1,4 kg blubber in jouw hoofd bepaalt of de sigaret door jou aangenomen wordt of niet. De exacte staat van die 1,4 kg hersenen is enkel en alleen bepaald door het aangeboren lichaam en de tot op dat moment op het lichaam afgevuurde omgevingsfactoren (2), oftewel de geleidelijke versmelting daarvan. Die hersenblubber wordt dus heel subtiel steeds een heel klein beetje verandert. Dit gaat zo langzaam dat wij dit niet bewust meekrijgen. Maar aangezien er eenvoudigweg niets anders is, als het product van aangeboren machinerie en omgevingsfactoren (dus ook ons bewustzijn, karakter enz. bestaan daar uit), is het dit product wat steeds de keuzes maakt. Er bestaat geen onafhankelijk van onze hersenen functionerende bestuurder, die vrij uit omgevingsfactoren kan selecteren om daar zijn brein wel of niet door te laten veranderen.
Als je om je heen kijkt, is het in feite zo overduidelijk dat wij niet zelf gekozen hebben om te zijn wie we zijn. Als mijn wieg in Irak of Syrië had gestaan, was ik misschien wel een streng gelovige Moslim geworden. Dat had zomaar gekund. Als Gert Jan Segers in Maastricht geboren was, was hij nu waarschijnlijk katholiek in plaats van protestant geweest. Als ik in 1925 in Beieren geboren was, en mijn ouders waren lid van een rechtse partij geweest, dan was de kans erg groot dat ik een fanatieke nazi was geworden. En als dat inderdaad was gebeurd, dan had dat onder exact die omstandigheden met dat lichaam, ook onmogelijk anders kunnen lopen! Men zegt dan vaak, jawel als dit of als dat, dan had het toch anders kunnen lopen...Zeker ja, als dit of als dat, maar die alsen waren er niet en zonder alsen is het gewoon zoals het is en had het niet anders kunnen gaan.
Ook komt men om dit verhaal te ontkrachten, vaak met uitzonderingen op de proppen die het hele verhaal onderuit zouden halen. Zoals bijvoorbeeld kinderen van strenggelovige ouders die juist niets meer van welk geloof dan ook willen weten. Of noem bijvoorbeeld ´een gewone blonde Hollandse meid´ die zich plots bekeert en zich bij IS aansluit. Het ene lichaam is nu eenmaal kneedbaarder als het andere, en de ene omgevingsfactor is de andere niet. Het ene lichaam reageert totaal anders op een zelfde omgevingsfactor als het andere lichaam. Die uitzonderingen vormen op geen enkele manier een ontkrachting voor het niet bestaan van vrije wil.
Ook IQ kan uiteraard een grote rol spelen. Ik vermoed dat het gemiddelde IQ onder degenen die zichzelf in de metro opblazen niet bovengemiddeld hoog is...maar ook daarop zullen zeker uitzonderingen bestaan. Vergeet niet dat onze hersenen, de voor zover nu bekend, meest complexe structuur in het gehele universum is! Anders gezegd, er zitten nogal wat instellingen op die bij de één net iets anders afgesteld kunnen worden als bij de ander.
Onze wilskracht is ook niets anders als het product van aangeboren lichaam en omgevingsfactoren.
Of we goed kunnen hoofdrekenen, goed zijn in gym of in voetbal, de meeste mensen geloven best dat dit afhangt van een combinatie van genen en training. Ofwel product van aangeboren lichaam en omgevingsfactoren. Maar dat dit ook geldt voor ons karakter en onze wilskracht, dat wil er niet gemakkelijk in. Er is echter geen enkele reden om aan te nemen dat onze wilskracht niet het product van aangeboren lichaam (hersenen) en omgevingsfactoren is.