Evolutie en haar ´nevenproducten´

 

Maar als alle toevallig ontstane eigenschappen die we bezitten, zich enkel in ons gehandhaafd hebben, omdat ze de kans op overleving vergrootte. Welk evolutionair voordeel biedt het vermogen, om een jaar verdrietig te kunnen zijn van een stukgelopen relatie, ons dan? Of wat was het evolutionaire voordeel van het vermogen om een mooi gedicht te kunnen schrijven? Zo kun je nog veel meer bedenken wat we nu allemaal kunnen, waar je in de oertijd echt niks aan had. Of zou je met het voorlezen van een mooi gedicht, een gevaarlijke sabeltandtijger in slaap kunnen lullen? Waarna we dan stiekem weg konden sluipen misschien, of hem met een knuppel op zijn kop konden meppen? Ik vermoed van niet. Het goede antwoord is gelukkig iets aannemelijker dan deze oplossing.

 

Iets wat onder druk van de evolutie is ontstaan, hoeft vervolgens niet alleen maar exact die functie te houden die de kans op overleving vergrootte. Het evolutionaire voordeel waardoor onze benen en voeten na een veelal aan mutaties ontstaan zijn, heeft uiteraard niets met voetballen te maken. Toch kunnen we ermee voetballen. Dit is uiteraard een vrij belachelijk simplistisch voorbeeld. Maar voor de hersenen geldt dit principe nog veel sterker. De processor en de belonings- en emotiessystemen in ons hoofd zijn wel degelijk ontstaan vanwege de evolutionaire voordelen die ze ons ooit gegeven hebben. Maar toch hebben ze ons een breed scala aan ´extra opties´ opgeleverd. Onder invloed van cultuur en omgevingsfactoren produceren onze hersenen nu allerlei mooie (en minder mooie) dingen die je wat betreft de evolutie enkel als 'nevenproducten' kunt beschouwen. Maar aangezien evolutie in principe nooit stopt, is het moeilijk te zeggen wat op dit moment hoofd- en nevenproducten van de evolutie zijn. Iets wat nu niet meer als een nevenproduct lijkt te zijn, blijkt later misschien, wellicht ten gevolge van veranderende omstandigheden, wel degelijk een evolutionair voordeel te zijn. Maar dat ook geheel terzijde.