De metafoor van ons brein als een slotenvesting.

 

Er zijn vele metaforen te bedenken om mee uit te leggen wat ik bedoel. In hoeverre de volgende metafoor neurotechnisch enigszins overeenkomt met de echte werking van de hersenen is niet heel relevant. Er ik ben me ervan bewust dat het een mega vereenvoudigde weergave is van hoe eigenschappen van mensen kunnen veranderen. 

 

In principe kan iedere omgevingsfactor die aankomt in het brein voor een minuscule verandering zorgen. Dit kunnen geluiden, informatie, visuele prikkels en nog veel meer zijn. Als ons brein nu iets niet en straks wel ´als info´ opgeslagen heeft liggen, is hiervoor een minuscuul fysiek verschil in onze machinerie aangebracht (binnen onze hersencircuits). Misschien wordt er middels een elektrochemisch stroompje een circuit aangemaakt dat staat voor die bepaalde info. Hoe het precies werkt weet ik niet en maakt voor het principe van het moraal van mijn verhaal niets uit. Maar de mate van ´mogelijkheid tot beïnvloeding´ (de kneedbaarheid) door externe factoren op een bepaald moment, hangt uiteindelijk altijd enkel en alleen af van:


- De exacte toestand van de hersenen [terzijde 1] op dát moment
- En van wat er precies als omgevingsfactor aangeboden wordt.
 

Voor de metafoor in deze paragraaf noemen we iedere omgevingsfactor vanaf nu een sleutel. Een sleutel kan een voorbij rijdende Mercedes, een aangeboden sigaret, het journaal op de radio of een groepje hangjongeren zijn die met je willen praten. Het lichaam waar je mee geboren wordt is de aangeboren slotenvesting.

 

De slotenvesting beschikt over miljoenen verschillende sloten. Achter ieder slot liggen mogelijk weer miljoenen andere sloten verstopt. Achter ieder slot ligt een 'mogelijkheid tot beïnvloeding van een bepaalde eigenschap'. Ofwel achter ieder slot ligt de mogelijkheid van het begin van het doen ontstaan van een nieuwe (karakter)eigenschap of mening. Er kunnen bij een individu één, geen of zelfs meerdere sloten zijn met dezelfde eigenschap erachter. Bovendien is de sterkte van de beïnvloeding achter het ene slot zwak en achter het andere sterk (oftewel de invloed van de passende sleutel is zwak of sterk). Bij sommige individuen zijn bepaalde sloten überhaupt niet aanwezig óf moeten er eerst één of meerdere bovenliggende sloten geopend worden om bij een slot te komen waar een bepaalde eigenschap mee te beïnvloeden is. Ook kan door het openen van het ene slot het andere slot automatisch sluiten of juist extra sloten blootleggen.

Achter een slot kan bijvoorbeeld de mogelijkheid liggen tot ´niet houden van dieren´. Het kan ook dat er eerst een juiste combinatie van een aantal sloten geopend moet worden om te komen tot een definitieve ´niet houden van dieren verandering´ in iemands hersenen. Misschien zijn er drie sloten die na alle drie geopend te zijn, definitief leiden tot een afkeer van dieren. Bijvoorbeeld eerst gebeten worden door een hond, dan door een kat en dan door een paard;-). Die hond, kat en paard zijn dan de 3 sleutels die nodig waren voor deze eigenschapsverandering. Wellicht zijn er ook individuen waar deze sloten überhaupt niet bij aanwezig zijn. Daar kun je een hele horde kwade dieren op af sturen maar ze blijven van dieren houden. Ikzelf ben er vermoedelijk zo één...

We worden allemaal met een bepaald slotenassortiment geboren. Tijdens ons leven worden er vanaf de eerste seconde continu sleutels ingestopt door de omgeving. Die passen of passen niet. Of nieuwe sleutels passen hangt op ieder moment af van het oorspronkelijke sleutelassortiment en welke sleutels er tot dat moment ingestopt zijn.


Momenteel wordt door de wetenschap vrij algemeen aangenomen er voor de eigenschap ´seksuele geaardheid´ geen sloten bestaan. Je geaardheid lijkt daarmee dus al vast te staan bij je geboorte. Dit is direct d.m.v. wetenschappelijke onderzoeken aangetoond (door Dick Swaab het eerste als ik het goed heb) en indirect bovendien nog eens door belachelijke 'onthomo instituten´ die zonder succes probeerden de geaardheid van mensen te veranderen. Zo lijken er dus minstens een aantal eigenschappen te zijn waar geen sloten voor zijn. Mocht nieuw wetenschappelijk onderzoek dit specifieke voorbeeld later weer ontkrachten, maakt dat voor het moraal van mijn verhaal overigens niet uit. Of bepaalde (karakter)eigenschappen van een lichaam nu van buitenaf te versleutelen zijn of niet, het lichaam waaraan gesleuteld wordt, kan daar zelf nooit iets aan doen. Het heeft tenslotte niet zijn eigen slotenassortiment gemaakt en ten tweede kan het er niets aan doen of aangeboden sleutels door te tijd heen wel of niet pasten en daarmee ook weer de toegang tot andere sloten aangepast hebben.

 

Dat er op bepaalde gebieden flink 'te sleutelen' is aan mensenbreinen is echter 100 % zeker. Dit is al vaak genoeg aangetoond. Als je een mensenbaby van jongs af aan in een kippenhok stopt zonder contact met mensen wil je niet weten wat er na 18 jaar voor mensje geproduceerd is (dit is helaas echt gebeurd). 

 

Hangt wat wij doen dan enkel van ons aangeboren slotenassortiment en de daarna erin gestopte sleutels af? Ja natuurlijk! In een non-dualistische wereld is er immers niets anders als de slotenvesting zelf en de sleutels, die sleutels passen of passen niet [Terzijde 2]. Je versmelt als het ware ongemerkt maar langzaam maar zeker met je omgeving.

 

Nature or nurture

Er wordt veel gespeculeerd en onderzoek gedaan naar wat het meeste invloed heeft op allerlei eigenschappen, het aangeboren DNA-pakket (nature) of de omgevingsfactoren (zoek maar eens op ´nature or nurture´). Voor het moraal van dit verhaal maakt dat totaal niet uit. Nature, nurture of alles er tussenin, het brengt geen vrije wil. 

Eeneiige tweelingen die zich anders ontwikkelen onder ´dezelfde omstandigheden´.

Er zijn ‘raadsels’ die onderzoekers bezighouden over eeneiige tweelingen (die dus hetzelfde DNA zouden moeten hebben) en die zogenaamd onder dezelfde omstandigheden zijn opgegroeid en zich toch heel anders ontwikkeld hebben. Je zou kunnen denken dat dat niet strookt met mijn theorie (al zullen deze onderzoekers over het algemeen niet direct denken dat vrije wil de oplossing is voor dit raadsel). Dit zou niet stroken met mijn verhaal omdat het slotenassortiment en de sleutels immers hetzelfde zijn.
Het antwoord hierop zou wel eens erg eenvoudig kunnen zijn. Geen twee mensen van 20 jaar oud hebben exact dezelfde omgevingsfactoren (sleutels) gehad, dat kan gewoonweg niet. Misschien heeft de ene foetus aan een warmere kant van de baarmoeder gelegen als de ander, misschien heeft de ene net iets meer van moeders borreltje mee gesnoept dan de ander. En de sleutels na de baarmoeder kunnen al helemaal niet hetzelfde zijn. De opgroei-omstandigheden van mijn broertje en mij zouden waarschijnlijk ook hetzelfde genoemd worden als wij zo´n eeneiige tweeling waren geweest en onderdeel zouden zijn van een dergelijk onderzoek. Toch hebben we allerlei andere dingen meegemaakt. Hij is een keertje door een hond gebeten, ik niet, een grote pestkop op school had het op mij voorzien, minder op hem enz. Met andere woorden, de sleutels zijn nooit hetzelfde.

Hoe wij ons DNA gebruiken kan (blijvend) sterk beïnvloed worden door wat wij allemaal meemaken (lees maar eens ‘Het emotionele DNA’ van Pierre Capel). Laat ik nog buiten beschouwing of er zelfs bij eeneiige tweelingen misschien toch ook wel minimale DNA verschillen mogelijk zijn die invloed kunnen hebben. En heel misschien speelt er naast nature en nurture inderdaad nog wel iets anders een rol, maar dat brengt nog geen onafhankelijke bestuurder met zich mee die we overal de schuld van kunnen geven.